
Hoe gebruik ik als teler aardwarmte?
Samen met alle aangesloten deelnemers zorgen we ervoor dat de aardwarmtebron zo goed mogelijk wordt benut. Betere benutting van de bron leidt namelijk tot meer inkomsten voor het project. De exploitatie van een aardwarmtebron bestaat voor ruim 90% uit vaste kosten. Er zijn vier parameters die effect hebben op een goede benutting van de aardwarmtebron: aanvoertemperatuur en flow, retourtemperatuur en vollasturen.
1. Aanvoertemperatuur
Op deze parameters heeft u als afnemer geen invloed. De aanvoertemperatuur is afhankelijk van de diepte van de aardlaag waaruit de warmte wordt gewonnen. De temperatuur is doorgaans 85 graden bij een aardwarmteproject.
2. Flow
De maximale flow is afhankelijk van de doorlaatbaarheid van de aardlaag en de specificaties van de bovengrondse installaties op de boorlocatie. Op basis van diverse geologische studies wordt voorafgaand aan de realisatie een nauwkeurige inschatting voor deze parameters gemaakt. Op basis van diverse geologische studies wordt voorafgaand aan de realisatie een nauwkeurige inschatting voor deze parameters gemaakt.
3. Inzet op lage retourtemperatuur
U heeft als afnemer invloed op de temperatuur van het retourwater. Door uw verwarmingssystemen zo in te regelen dat gestuurd wordt op een lage retourtemperatuur kunt u vaak met enkele aanpassingen een lagere retourtemperatuur realiseren.
4. Inzet op vollasturen
Het contractvermogen van uw aansluiting staat het gehele jaar tot uw beschikking, ook in de warmere periodes van het jaar. Door juist in deze periodes waar de aardwarmte aansluiting beschikbaar is uw teeltstrategie aan te passen van ‘verbruik zo min mogelijk energie’ naar ‘maximale kwaliteit van het product’ draait de bron meer vollasturen en verbetert de kwaliteit van uw producten. Hiermee ontstaat flexibiliteit en wordt het bronvermogen beter benut. Ook voor een glastuinbouwbedrijf met een ketel als referentie en circa 5.000 vollasturen, is een aardwarmte aansluiting vaak rendabel.
